VERMOEDEN PEESPROBLEMEN
Wanneer je het vermoeden hebt dat er een peesprobleem is, overleg dan met ons wat je exact ziet, wat je in dit geval moet doen en wat het beste tijdstip is om diagnose te gaan stellen. Je moet weten dat er geen zwelling (meer) hoeft te zijn en een kreupelheid al weer weg kan zijn, maar een beschadigde pees kan dan toch een af- en opbouwschema nodig hebben om krachten te behouden.
KOELEN
Experts op het gebied van peesweefsel zijn altijd nog van mening, dat koelen goed is. Het is handig bij schade de ontwikkelingen in de pees topprioriteit te geven. Een van de voordelen van kou is dat het de bloedvaten vernauwt en daardoor vermindert gevolgschade.
Voor het koelen zijn speciale bandages enz voor bedacht, maar de koud water slang met een drie weg koppeling voldoet prima. Gebruik bij een mokgevoelig paard liever een coolpack, met een lapje eronder.
Het grootste voordeel van een koude therapie komt waarschijnlijk van 10-15 minuten toepassingen en herhaling enkele uren uit elkaar. Koel niet te kort, maar ook weer niet te lang. Indien de kou te lang wordt toegepast (zeg meer dan 15 minuten), dan gaan bloedvaten verwijden, dit doet de gunstige effecten van de koude behandeling teniet. Is het vocht om de pees weg, stop je natuurlijk. Anti-inflammatoire geneesmiddelen bij zwelling lijken logisch maar hebben ook nadelen. Er zal per keer gekeken worden of deze gebruikt worden.
WERK AANPASSEN
Alle experts op het gebied van peesweefsel zijn het er ook over eens dat bij blessure het weefsel de eerste periode moet rusten, ook als het paard al niet echt overduidelijk pijnlijk (meer) is. In de echte beginfase is het te eenvoudig om nog eens extra weefsel stuk te maken. Hoe sterker de weefselschade, hoe moeilijker en langduriger het herstel gaat worden. Om in de toekomst zoveel mogelijk functie behouden, is het belangrijk de schade te stabiliseren en dan te gaan werken aan zo veel mogelijk herstel.
Bij verdenking is het dus verstandig, het paard direct uit het normale werk te halen. Overleg even met ons wat hij nog wel en niet mag. Meestal mag hij wel een kort stukje wandelen, maar niet meer sprinten en remmen, niet op zware ondergrond enzovoorts.
VOER AANPASSEN
Een sportief lichaam rust geven zonder dat het begrijpt waarom, is verre van ideaal. De pees als noodzakelijk ingrediënt voor een toekomst waarbij bewegen prettig blijft, heiligt de ingreep. Beweging is niet alleen belangrijk voor ontlading, maar ook voor de darmfunctie. Om deze te helpen geef je het paard gelijk veel minder of geen krachtvoer meer, voor paarden die sneller dik worden zijn vitaminekorrels nu voldoende, voor koliek- en stressgevoelige paarden bestaat er speciaal voer. Blijf altijd wel gewoon goed ruwvoer voeren.
DIAGNOSE
Helaas heeft niemand ogen waarmee je goed door de huid heen kan kijken. Er zijn mensen die doen alsof ze dat soort ogen hebben en daar echt goed over kunnen vertellen, maar diagnoses blijken dan niet zo nauwkeurig als apparatuur dat kan. We hebben nauwkeurige beelden nodig, want de exacte schade bepaalt de verdere aanpak.
Zodra de ontstekingsfase achter de rug is, kunnen we goed gaan kijken naar het probleem. Voor het zoeken naar en periodiek evalueren van het letsel, zodat we de belasting kunnen bepalen, gebruiken we bijna altijd echografie. De pees laesies kunnen worden gekarakteriseerd op basis van grootte (en dus percentage) van de totale pees diameter. Dit correleert ook met de mate van afwijking in de pees vezelstructuur. In de loop der tijd maken we van een peesblessure vervolgbeelden, wat goede informatie geeft voor het bepalen van de vervolgbelasting.
Soms is de plaats van het probleem direct duidelijk, als er bijvoorbeeld zwelling is of was. Soms moeten we voor de diagnose eerst de plaats van het probleem echt goed gaan vaststellen, zodat we daarna weten, waar we gericht moeten gaan zoeken. Zie ook kreupelheidsonderzoeken.
Ook humane artsen die zich specialiseerden in echografie, kunnen u vertellen dat zoeken met de echo iets is, waar je veel op moet oefenen. Een ervaren kreupelheidsarts kent de anatomie in het been en de beelden zo goed, dat hij ruim 90% van de mogelijke beenletsels via de echo zeer goed in beeld krijgt. Bij aanvullende echografietrainingen voor kreupelheidsartsen is ook alles erop gericht, paardenartsen zoveel mogelijk type blessures met de echo te gaan leren vinden en beoordelen, omdat dit onderzoeksmiddel vele malen goedkoper is, dan de MRI.
Is ervaring en aanvullende scholing met echografie niet of niet voldoende aanwezig en leerde men niet terdege met de echo te zoeken, dan loopt het percentage van 90% snel terug.
MRI/CT
Er blijft altijd een restgroep paarden, waarbij we via kreupelheidsonderzoek zeker weten dat er een probleem in het been moet zijn, maar waar definitieve diagnose een vele malen duurder verhaal wordt, omdat de blessure niet goed zichtbaar is op echo of rontgen. Gelukkig is het percentage paarden waarbij de MRI/CT beelden met exacte antwoorden moet geven, zeer beperkt.