Om een overgang naar een opfokbedrijf geleidelijker en veiliger voor uw veulen te maken, volgen hier enkele tips.
VEEL VERANDERING
Bij de moeder weg, geen melk meer, op transport, een nieuwe groep, overgang gras/hooi/krachtvoer enz. Naar de opfok gaan is voor het veulen veel verandering.
Uit onderzoek en uit de praktijk is bekend dat paarden veel gevoeliger zijn voor het krijgen van maagzweren dan mensen. Natuurlijk kan een gezond veulen best even wat stress verwerken. Echter, dat in het bijzonder het afspenen een risicomoment voor ontwikkeling van maagzweren is, is zeker niet onlogisch. Hoe zwakken we stresscumulatie en negatieve effecten af?
STAPSGEWIJS OP EIGEN BENEN
Als het mogelijk is, laat uw veulen thuis al wennen niet meer dag en nacht naast moeder te staan. Begin het afspenen met een korte periode en bouw het langzaam verder uit naar een dagdeel. Zorg dat het weet hoe de waterbak werkt en toegang heeft tot ruwvoer. Indien de huisvesting het toe laat, zou het veulen ’s nachts van de merrie af kunnen (geen open luiken, nooit alleen zetten, zorg dat hij andere paarden in de buurt kan horen of bijvoorbeeld met een ander veulen is) en overdag weer bij de merrie. De melkproductie van de merrie loopt op die manier ook geleidelijker af en dat is prettiger voor haar. Dit advies voor gewenning zal natuurlijk niet altijd praktisch haalbaar zijn. Echter, als het wel geregeld kan worden, is het veulen zo gelijk op alle fronten, zowel montaal als lichamelijk, al een stuk verder bij de werkelijke overgang naar de opfok.
EEN MEER GELEIDELIJKE OVERGANG IN HET VOER
Over het algemeen eten veulens al snel mee met de merrie. Zeker als er geen voldoende (rijk) gras meer aanwezig is bijvoeren van de merrie nodig, om de melkgift op peil te houden.
Aan het einde van de zomer bestaat het rantsoen van het veulen dan al uit melk, ruwvoer (gras/ hooi) en krachtvoer. Naarmate dat het veulen ouder wordt zal zo de hoeveelheid opgenomen ruwvoer en krachtvoer ook toenemen. Over het algemeen zal het veulen daar voldoende energie uit halen om te groeien. Alleen als het veulen geen krachtvoer bij de merrie mag mee eten of exceptioneel snel groeit dan kan er een mineralenbrokje worden gegeven vanaf 3 maanden leeftijd. Extra krachtvoer is op dat moment nog niet nodig, tenzij de merrie niet genoeg melk geeft.
Als het veulen richting de leeftijd van het afspenen gaat (4-5 maanden) is het wel verstandig te beginnen het veulen krachtvoer te gaan geven. Meestal eten ze met de merrie mee en gaat het vanzelf. Maar als het veulen al een paar uur per dag, of de laatste maand 's nachts apart van de merrie gaat kun je de hoeveelheid nog wat beter sturen. Het is ideaal als het in 2 maanden opgebouwd kan worden van +/- 1/4 kg tot +/- max 1 kg per dag bij het spenen. Dit geldt voor het gemiddelde grotere KWPN veulen. Er is speciaal veulenvoer te koop.
Pas als het veulen daadwerkelijk gespeend wordt, kan een krachtvoergift iets verder worden opgevoerd. Het veulen mist dan tenslotte de rijke melk van de merrie. Dit kan, afhankelijk per ras paard en soort voer, variëren van 1-2 kg krachtvoer per dag in de winter. Sobere rassen vallen hier niet onder.
SLIM EN EFFECTIEF EXTRA BESCHERMEN
Aangezien we weten dat bij paarden in het bijzonder veulens erg snel maagzweren kunnen ontwikkelen, kunt u overwegen twee dagen voor vertrek naar de opfok, de dag van transport en de eerste 2 dagen op de nieuwe locatie het veulen omeprazole (Ulcergold – maagbeschermer) te geven. Hiermee helpt u de maag van het veulen goed te beschermen tegen alle stress van alle verandering en werkt u tegen dat het veulen lange tijd in de opfok met onbehandelde maagzweren staat en gevoeligheid hoger kan worden. Omeprazole spuit je net zoals een wormenkuurtje even in de mond.
KEUZE OPFOK
Bij het kiezen van een goede opfok voor uw veulen zijn er aantal dingen waar u op wilt letten. Pech is helaas nooit uit te bannen, maar om pech vragen is het andere uiterste. Kent u het bedrijf niet maar zag u het op internet of via bekenden, dan is het zeker goed ook zelf een bezoekje aan de opfok te brengen voordat het veulen wordt aangemeld. Let bij bezoek op de volgende punten:
- De basisprincipes die voor zich spreken: kwaliteit voer, water, bewegingsvrijheid, veel frisse lucht (liefst hoge daken) en licht.
- Hoefsmid; komt de hoefsmid met regelmaat langs en wordt er goed op individueel niveau gekeken naar de stand van de voeten van het veulen? Het ene veulen zal wellicht iets vaker naar de smid moeten door bijvoorbeeld een bokvoetje dan een ander veulen met mooie gelijke goede voeten. Ook in de zomer op het land moeten hoeven gewoon bijgehouden worden, juist dan is er immers volop beweging en de stand van de hoeven moeten een bijdrage leveren aan ontwikkeling van het paard.
- De dierenarts; is er een goede, kundige paardenarts die op tijd geraadpleegd wordt bij spoed- en/of twijfelgevallen?
- Weiland; is de verhouding paard/weiland redelijk? Natuurlijk kan men veel bijvoeren, maar goed weidemanagement is ook belangrijk in verband met wormen.
- Voerhekken; de meeste opfok adressen hebben veilige voerhekken, maar uitzonderingen zagen we ook. Daarom toch nog even dit extra puntje. Tussen de voervakken moet enige ruimte zijn. Bij een te geringe afstand tussen de vakken kan de hals van het veulen met het hoofd terecht gaan komen in het vak van zijn buurman en zijn hals kapot trekken. Dit is een mooi voorbeeld wat u wilt zien, de gaten grenzen niet aan elkaar maar er zit een stukje tussen en er ligt goede kwaliteit ruwvoer.
Let dus niet zozeer op het feit of de opfokker voor u wel de alleraardigste persoon is, want als het puntje bij paaltje komt, is dat niet het belangrijkste punt. Hou de focus liever op de elementen die bijdrage kunnen vormen op de gezondheid van het paard.
Er zijn in Nederland genoeg goede opfokbedrijven, ga in het seizoen op tijd zoeken dan is er genoeg keus.
ENTINGEN OVERZICHT
Influenza en tetanus
De eerste keer pas als veulen ruim 5 maanden is, niet eerder vanwege de maternale immuniteit (van de biest)
De 2e vaccinatie tussen de 3 weken- 3maanden. Het liefst 4-6 weken.
De 3e binnen 6 maanden na de 2e enting (beleid KNHS voor paarden en ponies vanaf 2022).
Bij jonge paarden kan men stellen dat er verhoogd risico is, dus adviseert de SRP tot 3-jarige leeftijd de herhaalvaccinatie 2 maal per jaar te herhalen.
Droes
Op sommige opfokbedrijven is er ook een droesenting.
Droes vanaf 4 maanden en dan 4 weken later weer 1. Herhaling iedere 3 maanden zo lang hoog risico is.
Het is uiteraard zeer goed als veulens, voor ze naar de opfok gaan, al veel met mensen in aanraking zijn geweest en vertrouwen hebben gekregen. Daarna heeft tussen soort- en leeftijdsgenoten opgroeien in de natuur hun voorkeur. Een mens kan niet op tegen de dagelijkse uitdaging die leven met een groepje jongeren biedt, bij voorkeur zijn er hetzelfde type veulens. De opfok neemt dus een stukje interactie van ons over, die op veel stallen met volwassen rijpaarden niet goed te realiseren is.
En dan… alles goed geregeld dan de aankomende tijd gaan genieten van de beelden ! Van veulen naar pubertje, dat is een fascinerend groeiproces.