ZELFSTANDIG OP KOERS
Heel veel dierenartsenpraktijken, zijn inmiddels onderdeel van grote ketens.
Niemand heeft ons tot dusver kunnen overtuigen van de voordelen, dus we zijn nog steeds geen werknemer van Mars of een Pensioenfonds.
Het voordeel is dat niemand ons kan storen, bij het lopen van een eigen koers.
WHAT'S IN OUR NAME?
De naamkeuze "Paardendokters", zegt het al.
We houden niet van dikdoenerij. Maar een zeer correcte toepassing van reguliere geneeskunde, is onze heilige graal.
DE RUWE LIJNEN IN DIERGENEESKUNDE
We bestaan sinds 2004. Veel extra dingen leren vinden wij leuk en maken we tijd voor. Dus we stonden zeker niet stil.
Om beeld te geven wat wel inmiddels wel en niet kunnen doen, geven we even een korte uitleg over "de lijnen in diergeneeskunde".
- Eerstelijns: alle normale ziekten, spoedgevallen, gebitsonderhoud enz.
- Tweedelijns: kreupelheden met echo en rontgen, inwendige onderzoeken en staande operaties enz.
- Derdelijns: de liggende operaties, MRI, CT en scintigrafie.
De eerste lijn lijkt allemaal standaard en simpel. Maar natuurlijk kan deze lijn ook hele bijzondere situaties geven en ook dan moet er goed doorgepakt worden. Onze jongere artsen beginnen in deze lijn, maar hebben back-up van ervaren arts, dichtbij in de buurt. Omdat letterlijk alles als eerste op je pad kan komen in deze lijn, is dat heel belangrijk.
De tweede lijn beschrijving lijkt vervolgens misschien louter een kwestie van even wat echo en rontgenapparatuur kopen. De doorstap naar de tweedelijn wordt soms opvallend snel gemaakt via het kopen van apparatuur. Maar er komt iets meer bij kijken. Een foto maken is natuurlijk snel te leren. Maar dan.....motorische problemen compleet gaan uitzoeken, met echografie hele kleine bandjes zoeken, een SI inspuiten onder echobegeleiding, behandelplannen zo goed mogelijk maken? Even achtergelegen kiezen trekken? C7 goed op de foto? Biopten maken bij de maagscopie enz? Om de gehele tweede lijn echt heel goed te doen, is bij de paardenarts echt heel veel aanvullende kennis nodig. Niet de apparatuur maar juist de benodigde aanvullende kennis en ervaring, maakt de tweede lijn.
In de derde lijn staat de liggende OK, de MRI, scintigrafie of CT en de beoordeling van die beelden. Het aantal paarden die na onderzoek dit soort aanvullende zeer dure medische onderzoeksapparatuur in praktijk daadwerkelijk nodig gaan hebben is, is en blijft gelukkig erg klein. Iedereen mag alles aanbieden, maar er zijn in Nederland al relatief veel aanbieders van derdelijns werk. Wij denken dat deze zeer dure apparatuur vooral voldoende uniek moet blijven. Te veel aanbod van te dure apparatuur kan anders immers ook snel extreme overheadproblemen gaan veroorzaken. De liggende operaties, die zien wij zelf graag louter in handen van zeer ver door gespecialiseerde chirurgen.
Iedereen mag alles aanbieden, maar het is belangrijk te onthouden dat een dierenarts niet alleen apparatuur moet brengen, maar vooral heel veel kennis en kunde er bij.
INGERICHT VOOR HOGE KWALITEIT IN EERSTE EN TWEEDE LIJN
Onze focus ligt al jarenlang volledig op het leveren van hoge kwaliteit in de eerste en de tweede lijn.
Vraagt een paardprobleem om hulp in de derde lijn, dan werken wij bij voorkeur samen met die uitvoerders, die dan weer relatief zeer hoog niveau in dat specifieke stukje derde lijn kunnen brengen.
De gemiddelde eigenaar wil voor een paard met problemen graag altijd kwaliteit, ongeacht de lijn waar hij of zij in beland. Dat betekent volgens ons vooral, dat je artsen niet boven hun kunnen moeten gaan laten werken.
REALISATIE KWALITEIT EERSTE EN TWEEDE LIJN
Een jonge arts begint bij ons in de eerste lijn. Een jonge dierenarts staat bij ons onder dagelijkse begeleiding van ervaren artsen en hoeft dus zeker niet gelijk alle 1e en 2e lijns werk te leren. Integendeel, bij spontane moeilijkere dingen is de ervaren collega in 1e en 2e lijn altijd heel dicht bij. Dagelijks wordt het werk dat binnenkomt, verdeeld. De dierenarts kan zo stap voor stap bijleren en kan in de loop der tijd vervolgens zelf gaan bepalen, welke tweedelijns onderdelen nog eens verder opgepakt gaan worden.
Bij sommige praktijken gaat dit heel anders. De jonge arts krijgt in 1x een hele grote bus met veel apparatuur en de naam van een derdelijns praktijk uit Verweghistan er op. Sommige eigenaren hebben dan echt snel het idee, dat er een ervaren eerste en tweedelijn aan boord is en zelfs kennis uit de derde lijn! Die zit echter niet in de bus en die heb je dus heel vaak net niet nodig. Als de klant nu niet gelijk weer naar Verweghistan wil gaan reizen, staat daar in werkelijkheid een mooie volle bus vol apparatuur, een 3e lijns naam en simpelweg een zeer onervaren arts, zonder enige back-up in de buurt?
Zwemmen is een mooie sport. Maar als de zwemleraar bij een gerenomeerde zwemschool, je kind opeens bij de eerste les in het diepe gooit, heb je geen reden tot juichen. Het middel heiligt het doel ook niet, je krijgt zo zeker geen technisch handigere of snellere zwemmers. Die krijg je alleen door stap voor stap helemaal waterwijs te maken, vervolgens extra zwemlessen te volgen voor techniek en vervolgens dan nog de nodige extra trainingsuren.
De eerste en tweede lijn is er, om stap voor stap te gaan leren. Maximaal performen en is een grote kluif. Vervolgens is de duurdere derde lijn dus echt derde lijn, voor paarden die dat opeens nodig hebben. Zo laten wij je voor liggende operaties en MRI beelden, ook ver reizen. Dan weet je ook al zeker dat dit echt nodig is. Als na goede inventarisatie in 1e of 2e lijn, inzet 3e lijn echt nodig wordt, dan wordt dit bij ons bij voorkeur zelfs verdeeld naar meerdere specialistische klinieken, al naar gelang wie de meeste kennis en kunde op dat vlak in de 3e lijn heeft.
Kortom, wij werken van oudsher precies andersom. Er is maximale aandacht voor functioneren in de eerste en tweede lijn. De afgelopen jaren waren er grote ontwikkelingen in de tweede lijn, de grenzen tussen lijnen schuiven namelijk op. Er zijn steeds meer nieuwe methoden en opleidingen, om steeds meer op te lossen in de tweede lijn.
Voorbeelden? Opleidingsinstituten zoals Iselp onderstrepen dat je met rontgen en echo heel veel in kaart kan brengen, maar dat je wel moet leren en veel moet oefenen om dit te bereiken en dan ben je zo maar vijf jaar verder in ontwikkeling. Zo blijft in 2, wat in 2 hoort en dat is zo heel erg veel! Een maagscopie was derde lijn. Inmiddels is dat apparaat mobiel en tweede lijn. Een achtergelegen kies trekken was vroeger een liggende OK. Nu zijn er veel staande technieken en is geen recoveryruimte nodig.
Kortom: in diergeneeskunde is er heel veel aandacht, om heel erg goed te leren werken met tweede lijns middelen en daar ook heel goed te leren beoordelen wanneer derde lijn echt nodig is. Een puntje van aandacht is niet meer mobiel te werken dan goed kan en als arts niet te doen alsof je iets kunt, wat je nog niet kan.
Geen enkele dierenarts wil falen, in de wetenschap dat het een andere arts voor hetzelfde geld of minder invasief, gewoon wel gelukt was.
Zou de beleggingsmanager, in dienst van Mars, dat ook zo gaan voelen?
GOED LAVEREN TUSSEN DE LIJNEN
In diergeneeskunde behandelingen is onnodige zware behandelingen doen of rekeningen onnodig hoog maken, iets dat de paardeneigenaar en arts, gemiddeld echt niet willen. Daarentegen wil je ook niet te laat naar de volgende lijn.
In de tweede lijn zitten voortdurend hele mooie ontwikkelingen, die echt nuttig zijn. Wij springen daar altijd snel op in, want zij geven paarden en eigenaren hele concrete voordelen.
Allereerst is in de tweede lijn de opnameapparatuur veel minder duur dan in de derde lijn, dus de opnamekosten ook. Professoren doen onderzoek met 3e lijns apparatuur en leren vervolgens de tweede lijn zo veel mogelijk te kunnen vinden met juist onderzoek via echo en rontgen. We hebben voor goede beeldinterpretatie, aanvullende anatomische kennis en behandelmethoden zo meerdere opleidingen gevolgd, zoals uiteraard alle modules van Iselp. Maar ook veel losse cursussen. Alhoewel iedere patient uniek is, is na jarenlang duizenden echo en rontgenbeelden zien, een beeld voor ons gelukkig nog maar zelden uniek. Is dat beeld er wel dan is het tijd voor overleg met derde lijns experts.
We lopen nu weer voorop bij het gebruik van sensoren bij bewegingsonderzoek. Immers, ongeacht hoeveel beelden je al kunt maken, je wilt ze vooral zo snel mogelijk op exact de juiste plaatsen gemaakt zien. Sensoren helpen ons in dat deel van de kunst nog veel handiger te gaan worden en mechanica beter te gaan begrijpen.
Zo liepen we ook voorop toen er nieuwe methodes kwamen voor het trekken van achtergelegen kiezen, zodat een paard niet onnodig op tafel hoefde te liggen. Uiteraard zijn we als een van de eerste partijen droespaarden op stal gaan spoelen. Bij maagscopie kunnen we alle biopten maken. We merken dat onze nieuwe stamcellen goed werk doen en gaan ook weer vol goede moed een nieuwe cursus buikechografie doen.
Alles wat voor de eigenaar en paard daadwerkelijk toegevoegde waarde kan geven in de tweede lijn, pakken we snel op. Met een reeds aanwezige gedegen ondergrond en ervaring in de tweede lijn, is de totale nieuwe ontwikkeling in die lijn, ook makkelijker op te volgen.
Maar een jonge dierenarts heeft volgens ons tijd en inzet nodig, om eerste en tweede lijn goed te leren doen. Dat leren, kun je beter gewoon doen tussen artsen die hetzelfde pad bewandelden. Wij selecteren al in het spreekuur, welke kennis naar een klant gaat. Dat is dus net een stapje eerder.
OOK BUITEN DE LIJNTJES?
Manuele therapie, voeding en zelfs zadelpassen. Kijk bij dienstverlening, dan zie je dat we ook een beetje over scheidslijnen van het beroep arts lopen. Dat komt door "toevallige" aanwezigheid in onze praktijk, van mensen met heel uiteenlopende interesses.
Correcte toepassing van diergeneeskunde is zeker ook streven naar minder onnodige diergeneeskunde.Via deze nevengebieden leren we wel veel beter te begrijpen, hoe we net dat zetje bij kunnen geven, om een paard weer beter aan de gang te krijgen.
Deze gebieden liggen praktisch dicht bij de kern van ons werk en zijn zeer interessant.
Waar mensen allemaal losse gebieden van maken, of juist alles in 1 gebied willen maken, ligt in de werkelijkheid toch soms heel veel overlap in gebieden.
TWEEDE LIJN MOBIELER
Door het vele werken in de puur medische tweede lijn op onze klinieklocatie, hebben we in de loop van vele jaren hier zeer veel ervaring in opgebouwd.
De laatste jaren zagen we dat door het ontstaan van nieuwe mobiele apparatuur en technieken dat de werkzaamheden uit de eerste en tweede lijn steeds verder in elkaar gingen groeien. Het maken van echobeelden, luchtzakspoelingen, maagscopieen en desnoods rontgenkeuringen, doen we nu ook op stal.
Mobiel werken brengt voordelen met zich mee. Denk aan bepaalde spoedgevallen, paarden die niet makkelijk laden, besmettelijke ziekten enz. Via onze langdurige werkervaring in de tweede lijn kunnen wij regelen dat er naast deze apparatuur, dan ook daadwerkelijk de adequate kennis mee komt.
Toch kan nog steeds niet altijd alles goed mobiel. Bij sommige handelingen werken we nog steeds op de kliniek. Daar is een volledige rust op de werkplek, een goede stand, sterkere rontgen, tijdelijke monitoring enz.
Uitzonderingen zijn er altijd, zoals paarden die echt niet kunnen laden. Maar voor het overige doen we alleen mobiel, wat mobiel ook optimaal niveau behandelkwaliteit geeft.
WERKEN AAN EFFICIENCY VOOR DE EIGENAAR
We merken soms met name bij nieuwe eigenaren, dat men vooral denkt dat we alleen maar vele dure onderzoeken willen doen.
Allereerst bepaald de eigenaar altijd zelf tot hoever een onderzoek of behandeling moet gaan.
Wel helpen wij de eigenaar, werkende met overzicht op de verschillende lijnen en aanvullende kennis, ons geen verkeerde onderzoeken te laten doen, vage foto's te laten schieten of kansloze behandel- en revalidatieplannen op te laten zetten. Want we weten heel goed dat dat nu uiteindelijk net niet de hulp is, die eigenaren doorgaans daadwerkelijk zoeken. Doorgaans wil men uiteindelijk gewoon de meest nuttige hulp bij een probleem.
Geef altijd heel goed aan wat wel en niet gezien is, dan helpen wij je graag via onze kennis in de breedte en in de diepte van het paard, tot een goede passende aanpak te komen.
DINGEN DIE WE NIET DOEN
We hebben veel bijgeleerd. Daarnaast zijn we ook in de loop der tijd dingen heel bewust niet gaan doen. Zo investeerden we niet in kennis met betrekking tot embryotransplantaties en staan we niet op de lijst voor fokkerij keuringen.
De fokkerij en de verdere paardenhandel, is in onze werkregio relatief te klein om alle extra kosten en inspanningen voor deze specifiekere dienstverlening, acceptabel voor ons te maken.
EEN TEAM
Een praktisch heel sterk totaalpakket 1e en 2e lijn vormen. Dat zou niet haalbaar geweest zijn, als we geen enthousiast team hadden. Een team dat altijd voor elkaar klaar staat en iedereen eigen interessegebieden heeft, die gelukkig elkaar niet altijd volledig overlappen.
Een zeer correcte toepassing van reguliere geneeskunde is onze heilige graal.
Bij uitvoering van zo een koers, horen dus passende snelheiden. Het een mag wat langzamer, het ander doen we graag juist wat sneller.
Want dit doel moet uiteindelijk altijd door mensen ingevuld kunnen worden.
SAMENWERKEN
We zien tegenwoordig op veel sites van dienstverleners, veel samenwerkingsverbanden.
"Voor X verwijzen wij u altijd door naar Y, voor A werken we samen met meneer B" enz.
Hier staat dat niet.
Werken we bij Paardendokters niet samen?
VEEL SAMENWERKEN
Wij respecteren zoveel mogelijk ieders eigen keuzen voor uitvoerders. Als het niet nodig is voor een verbetering voor de gezondheid van het paard, sturen we niet aan op veranderingen.
Zo werken we dus juist heel eerlijk samen met veel verschillende partijen.
Wij doen 1e lijns werk (spoed, gebitten, ziekten, vaccinaties) en 2e lijns werk (kreupelheden en motoriek, inwendige problemen en achtergelegen kiesextracties).
Voor de meeste eigenaren doen we beiden soorten dienstverlening.
Soms doen we op een stal van oudsher alleen eerste lijns werk en doet men 2e lijns werk elders. Of doen we juist voornamelijk het tweedelijns werk. Dat als het paard bijvoorbeeld op een stal staat waar de stalhouder een andere DA heeft, die alleen ervaring heeft in de eerste lijn of niet voldoende ervaring in alle onderdelen in de tweede lijn, om de patient op dat stukje in behandeling te nemen.
We springen dus ook bij voor bepaalde stukken werk. Dat maakt ons allemaal niet uit.
NOG MEER SAMENWERKEN MET UNIVERSITAIRE SPECIALISTEN
Wij werken ondertussen met passie voor ons vak heel hard door, aan het voortdurend verder verhogen van kwaliteit in de eerste en tweede lijn.
In meer uitzonderlijke gevallen zijn er dan toch verder specialistische onderzoeken nodig, om lokaal nog een stap dieper te kunnen kijken. Dan heeft u na gedegen voorbereiding een goede reden en neemt u altijd alsnog zelf de beslissing wel of niet de wat duurder wordende derde lijn in te stappen.
Met onze kennis van werkzaamheden en de exacte bemanning op grote paardenklinieken, kunnen we u als nodig, natuurlijk zeer objectief doorverwijzen naar de beste specialisten op een bepaald gebied.
Als er vervolgonderzoek of verdere beeldvorming of opinievorming moet komen. sturen we je bij voorkeur naar iemand met de titel Europees Specialist. Omdat we zeker weten dat er dan daadwerkelijk meer kennis is en dus toegevoegde waarde. Denk aan Europees Specialist Inwendige ziekten, Specialisten Orthopedie en Chirurgie van het Paard, Specialist Veterinaire Radiologie van het paard.
Als er zware operatieve ingrepen gedaan moeten worden of bijzonder moeilijke aandoeningen zijn, hebben wij goed inzicht in de verschillen tussen uitvoerders. De ene club is namelijk heel goed in X, de andere heel goed in Y. Maar je mag uiteraard ook naar Y of Z als je dat fijner lijkt.
Het doel van samenwerken is iets zo goed mogelijk passends, voor de patienteigenaar en patient maken.
.